Racing begon hier in 1960 toen de boer Jean Bernigaud een racebaan op zijn land bouwde, dicht bij het dorp Magny-Cours. Het dorp is zes kilometer ten zuidoosten van Nevers, een kleine stad 150 mijl ten zuiden van Parijs. Ondanks het feit dat het in het begin slechts 1,21 mijl was, groeide de reputatie snel met de vestiging in 1963 van de Winfield Racing School. Dit bleek de broedplaats voor een generatie Frans F1 talent, vroege afgestudeerden, waaronder Francois Cevert, Patrick Depailler, Jean-Pierre Jarier en Jacques Laffite. Twee tracks werden gecombineerd in 1969, die de behoefte aan een langere schakeling weerspiegelen en de internationale competitie kwam in de late jaren 70 in de vorm van het Europese Formule 3 kampioenschap. Eind jaren tachtig financierde aanzienlijke overheidsinvesteringen een totale spooropbouw en een enorm nieuw industriepark, de Technopole, die werd gebouwd om de toprace-teams van Frankrijk te trekken. Het Ligier-team was van de eerste om te komen en diverse F3000-teams volgden. Het nieuwe spoor volgde de basisroute van Bernigaud's 1971 lay-out, met ingang van zowel Jacques Laffite als Rene Arnoux. De namen van sommige hoeken weerspiegelen het feit dat ze van verschillende circuits over de hele wereld werden gekopieerd. Voorbeelden zijn de vechtende rechterhand van Estoril en de strakke haarspeld, dat is Adelaide. De track zag zijn eerste F1 race in 1991 en voor de eerste drie jaar werden de races gedomineerd door het krachtige Williams Renault team, met Michael Schumacher de volgende twee wedstrijden in zijn Benetton.